Schoonmaak moet aan de bak tegen laaggeletterdheid
Werkgevers in de schoonmaakbranche moeten meer werk maken van de aanpak van laaggeletterdheid. Die oproep doet de Stichting Lezen & Schrijven na uitvoerig onderzoek. Vier op de tien schoonmakers beschikken over het minimale taalniveau en kunnen daardoor niet volledig in de Nederlandse maatschappij functioneren.
Schoonmakers, maar ook werknemers in de industrie, landbouw en productie zijn door hun laaggeletterdheid en laaggecijferdheid minder productief en maken meer fouten, doordat ze informatie minder goed en snel begrijpen. Tevens is er een groter risico op bedrijfsongevallen en een hoger ziekteverzuim door een slechtere gezondheid, stress en schaamte.
Schoonmaak koploper
Voor het eerst is onderzoek gedaan naar de laaggeletterdheid en laaggecijferdheid per sector. Werknemers in de schoonmaakbranche zijn in beide gevallen koploper. Volgens de studie kampt 40% van de schoonmakers met laaggeletterdheid en is 44% van de werknemers binnen de branche laaggecijferd.
Wat verder opvalt is dat in beide lijstjes positie zes wordt bekleed door teamleiders schoonmaak (en conciërges). Meer dan één op de vier heeft moeite met (begrijpend) lezen en schrijven.
Taalopleiding loont
De invloed van laaggeletterdheid en laaggecijferdheid op werken is groot en wordt met de digitalisering alleen maar groter. “Investeren in de ontwikkeling van basisvaardigheden van deze medewerkers leidt niet alleen tot zelfverzekerder medewerkers, maar ook tot meer efficiency en lager ziekteverzuim. Veel werkgevers realiseren zich niet dat ook geschoolde medewerkers laaggeletterd kunnen zijn”, aldus Stichting Lezen & Schrijven in een persbericht.
Onzichtbare last
Veel werkgevers realiseren zich niet dat werknemers laaggeletters kunnen zijn omdat medewerkers zich meestal goed kunnen redden in de praktijk. Huishoudelijk hulp Aafje: “in mijn werk kon ik me prima redden. Soms was het lastig als ik bijvoorbeeld het etiket van een schoonmaakmiddel niet kon lezen. Of als ik moest afvinken welke taken ik had gedaan. Als ik er echt niet uit kwam, dan vroeg ik om hulp. Maar liever niet. Ik schaamde me er wel een beetje voor.”
“Schokkende cijfers”
Het rapport is dinsdagmiddag 11 juni 2019 overhandigd aan voorzitter van MKB-Nederland Jacco Vonhof. Hij spreekt over schrikbarende aantallen: “Het is eigenlijk schokkend om te zien hoeveel mensen in dit welvarende land met laaggeletterdheid te kampen hebben. En niet alleen dat, we zien ook steeds meer mensen die de digitale vaardigheden missen die nodig zijn om in deze samenleving volledig mee te kunnen doen. Het zijn maatschappelijk problemen die onder aanvoering van de overheid een structurele aanpak vergen, want hier valt in alle opzichten enorme winst te behalen. Bedrijven en instellingen doen er goed aan op de werkvloer alert te zijn en medewerkers waar mogelijk te helpen. Er gebeurt al veel en vanuit MKB-Nederland zullen we het onderwerp de komende tijd nadrukkelijker onder de aandacht van de leden brengen en hen ook wijzen op hun eigen belang om waar nodig iets te doen. Daarbij moet wel gezegd dat ondernemers, en zeker in kleine bedrijven, dit niet altijd alleen kunnen. Mensen moeten het zelf ook durven aan te kaarten en ondernemers moeten weten waar zij terecht kunnen voor advies en ondersteuning.”
OSB: “schoonmaak is integratiemotor”
OSB reageert als volgt op de nieuwe studie: “goed kunnen lezen en schrijven is van grote betekenis om te kunnen functioneren in de samenleving en om goed te kunnen werken. Daarom is het van belang dat sectoren waarin laaggeletterdheid relatief veel voorkomt, samen met de overheid actie ondernemen. De schoonmaaksector investeert al veel in opleiding en scholing voor werknemers aan de basis van de arbeidsmarkt, maar werkt graag mee aan verdere verbetering.”
Voorts vervolgt de brancheorganisatie: “In de berichtgeving wordt gemeld dat 40 procent van de schoonmakers laaggeletterd is. Daardoor zouden ze de etiketten van schoonmaakmiddelen niet kunnen lezen. Op twee manieren wordt gewerkt om schoonmakers te helpen. In de eerste plaats volgen alle nieuwe schoonmaakmedewerkers een korte opleiding hoe om te gaan met de verschillende schoonmaakmiddelen. Mondelinge uitleg en demonstraties vormen een belangrijk onderdeel hiervan. Daarnaast zijn er allerlei taalcursussen voor het leren spreken en schrijven van Nederlands. Dat is niet alleen in het voordeel van bedrijven, maar ook van belang voor de medewerkers zelf, onder meer in contacten met de overheid. De schoonmaaksector trekt hier jaarlijks een half miljoen euro voor uit en kan in dat opzicht worden gezien als een integratiemotor.”
OSB zou deze inspanningen graag in overleg met de overheid willen intensiveren. Taalvaardigheid is voor de ontwikkeling van werknemers van grote waarde.
RAS-mogelijkheden binnen schoonmaak
Schoonmaakondernemers kunnen voor het Opleidingstraject Nederlandse taal terecht bij de RAS. In de cao schoonmaak is afgesproken dat werknemers onder werktijd een taaltraject of schrijftraject kunnen volgen. Werkgevers kunnen aanspraak maken op een RAS-bijdrage van €3.500 per traject per deelnemers. Dit is een tegemoetkoming voor de opleidings- en verletkosten. Meer informatie over het Taaltraject Nederlandse Taal is te vinden bij de RAS.