Vraaggesprek met kamerlid leidt tot verkeerd beeld over schoonmaak

In een artikel dat in veel regionale kranten is verschenen, wordt ten onrechte gesuggereerd dat werknemers in de schoonmaaksector het minimumloon verdienen. Dat is niet het geval. Al sinds jaar en dag liggen de lonen in de bedrijfstak ver boven het wettelijk minimum.

Het uurloon dat bij de cao-onderhandelingen tussen werkgevers en vakbonden is vastgesteld, bedraagt in de schoonmaak-cao € 10,83 (en wordt op 1 juli a.s. € 10,94). Het gaat dan om het vanaf werkdag één geldende minimum voor iemand van 22 jaar of ouder. Daaronder gelden jeugdlonen. Het wettelijke minimum bij een 38-urige werkweek ligt met € 9,82 ruim onder het niveau in de schoonmaakbranche. Het startminimum in de schoonmaak groeit in 4 jaar tijd uit naar meer dan 125% van het wettelijk minimumloon. De lonen in de schoonmaak zijn bovendien hoger dan die in sectoren als horeca, thuiszorg en catering.

Leden van OSB storen zich aan de beeldvorming in het artikel, dat gemaakt is naar aanleiding van een vraaggesprek met PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk. Het artikel meldt dat momenteel een half miljoen mensen in Nederland het minimumloon betaald krijgen, met als één van de voorbeelden werknemers in de schoonmaaksector. Die passage is dus onjuist. De sector wil zich juist onderscheiden door goede arbeidsvoorwaarden, waaronder het loon maar ook scholing en opleidingen.